top of page

Geschiedenis van de roos

 

De roos wordt wel de koningin van de bloemen genoemd en is in het westen een belangrijk aards en spiritueel symbool. Rozen worden al sinds duizenden jaren geteeld om hun schoonheid, en in de oudheid gebeurde dat in China en Afrika, door de Grieken, Romeinen en Egyptenaren. Rozen werden gebruikt voor rituelen en er werden tempels en paleizen mee versierd.

 

In de Griekse/Romeinse mythologie wordt aangegeven dat de eerste rode rozen zijn ontstaan uit het bloed van Adonis voor zijn liefde aan Aphrodite/Venus. Rode rozen zijn gewijd aan Aphrodite/Venus, de drie Gratiën en aan de Italiaanse bloemengodin Flora. Zij symboliseren zowel eeuwige liefde als schoonheid. Rode rozen staan ook nu nog bekend als symbool voor de aardse liefde. Rozen waren altijd wit totdat Aphrodite/Venus haar Adonis wilde helpen toen hij gewond was. Ze verwondde zich aan een rozendoorn en de rozen werden rood van kleur. In de Chinese symboliek duidt een roos jeugd aan en is geen zinnebeeld voor liefde.

 

Cupido heeft volgens de mythologie Harpocrates omgekocht met een roos om zo een einde te maken aan de geruchten dat Venus ontrouw zou zijn. Harpocrates werd door Eros/Cupido ingewijd met een witte roos en werd zo de god van zwijgzaamheid. Die betekenis werd ook overgedragen aan het christendom waardoor de roos ook een symbool van de stilzwijgendheid werd. Vijfbladige rozen waren een ornament van biechtstoelen. Een afbeelding van een roos werd vaak aangebracht op het plafond in vergaderzalen om aan te geven dat wat daar besproken werd ‘Sub rosa’  (= onder de roos, dat wil zeggen: geheim) diende te blijven.

 

Voor de vroege Christenen symboliseerde de roos de vijf wonden van Christus. Later werd de roos het symbool van het bloed van de martelaren en werd zij een attribuut van Maria, de moeder van Jezus. De betekenis van een roos in de ‘Divina commedia’ van Dante wordt de hemelse liefde aangegeven als de ‘rosa candida’. De roos in de troubadourspoëzie was een tastbaar symbool van aardse liefde. Een witte roos is het symbool van de dood in sagen en legenden.

 

In de alchemie zijn rode en witte rozen het symbool voor dualiteit, rood voor mannelijk en wit voor vrouwelijk, de twee oerprincipes zwavel (sulfur) en zout (sal). De combinatie van rode en witte rozen verzinnebeelden het verbindende principe kwik (mercure). De zeven bloemblaadjes van een roos staan in de alchemie voor de zeven metalen en de bijbehorende planeten.

 

Bij de rozenkruisers verwijst de roos naar het geestelijke onsterfelijke beginsel dat zich bevindt ter hoogte van het fysieke hart. Het staat ook bekend als de goddelijke vonk, de geestvonk, het oeratoom, de parel of de lotus. Als dit beginsel nog niet werkzaam is, wordt er wel gesproken over de rozenknop. Deze kan openbloeien op het kruispunt van de horizontale en de verticale balken van het kruis, dat onder andere een symbool is voor de mens. De horizontale balk van het kruis verwijst naar

het leven in deze wereld, de verticale naar de instroming van het goddelijke licht dat in de wereld straalt. Als de geestvonk ontwaakt, kan zij een innerlijk heimwee doen ontstaan en een roep vanuit het oorspronkelijke levensveld doen horen.

 

Wie positief op de innerlijke roep reageert door zich op de goddelijke verticale stroom te richten, vangt de kruisgang aan. Hij of zij schept de mogelijkheid om de roos tot volle bloei te brengen. Dat is: onverpoosd werken aan de schoonheid en de volmaaktheid van de nieuwe ziel. In dat proces worden, volgens de wet van drie, drie fasen onderscheiden die corresponderen met de drie verschillend gekleurde rozen. Die fasen worden in het klassieke rozenkruisersgeschrift ‘Fama Fraternitatis’ omschreven als: Uit God geboren (witte roos, feest van Sint Jan), in Jezus gestorven (rode roos), door de Heilige Geest wedergeboren (gouden roos).

 

Arend Landman

 

bottom of page